SCUBA
Het acroniem SCUBA staat voor Self Contained Underwater Breathing Apparatus. Bij deze vorm van duikarbeid “draagt” de duiker zijn eigen ademgasvoorziening. Dit wil zeggen dat de duiker een cilinder met ademgas (over het algemeen lucht) op de rug draagt. De duiker is voor zijn ademgas onafhankelijk van de oppervlakte. Deze vorm van duiken komt veel voor bij sportduikers, hulpverlening door de brandweer, defensie, in aquaria en bij opsporing.
http://en.wikipedia.org/wiki/Scuba

Rebreatherduiken
Rebreatherduiken is een bijzondere vorm van SCUBA-duiken. Bij deze vorm van duiken wordt het ademgas hergebruikt. Het uitgeademde ademgas wordt door filters (scrubbers) geleid om vervuiling zoals CO2 te verwijderen en aangevuld met vers ademgas. Het ademgas kan bestaan bijvoorbeeld bestaan uit zuivere zuurstof of nitrox. Er bestaan bij rebreatherduiken grofweg drie systemen:

  • Gesloten systemen
  • Gesloten systeem met 100 % zuurstof
  • Half gesloten systemen (een deel van de ademgassen wordt afgevoerd)

Met een gesloten systeem op basis van 100 % zuurstof kan slechts op een beperkte diepte worden gedoken in verband met zuurstofvergiftiging. Rebreatherduiken wordt met name gebruikt door defensie, politie en sportduikers.
http://en.wikipedia.org/wiki/Rebreather

Duiken met oppervlakteademlucht
In tegenstelling tot het SCUBA-duiken is de duiker bij deze vorm wel afhankelijk van een ademgasvoorziening vanaf de oppervlakte. Door middel van een zogenaamde umbilical (navelstreng) is de duiker verbonden met de oppervlakte. De navelstreng bevat naast de slang voor het ademgas vaak ook voorzieningen voor communicatie. Deze vorm van duiken wordt toegepast bij zowel off-shore duiken als bij in-shore duiken.
http://en.wikipedia.org/wiki/Surface_supplied_diving

Inwaterdecompressie duiken
Bij het inwaterdecompressieduiken maakt de duiker een duik waarbij het lichaam zoveel inert gas heeft opgenomen dat een decompressiestop noodzakelijk is. Tijdens deze stop krijgt het opgeloste gas de tijd om zonder schade aan te richten het lichaam te verlaten. De decompressiestops worden bij deze vorm van duiken aan het einde van iedere duik (in het water) volbracht. Om stoptijden in te korten wordt in sommige gevallen gebruik gemaakt van ademgassen met een zuurstofpercentage hoger dan 21%.

Oppervlaktedecompressie duiken
Bij het oppervlaktedecompressieduiken worden de stops, zoals boven beschreven, niet in het water volbracht maar in een decompressietank. De duiker wordt na beëindiging van de duik in de tank direct op druk gebracht. De druk in de tank is onder andere afhankelijk van duikdiepte, duikduur en het gebruikte ademgas. Door de druk in de tank gecontroleerd af te laten nemen kunnen de opgeloste gassen op een veilige wijze het lichaam verlaten. Om stoptijden in te korten wordt in de compressiekamer gebruik gemaakt van medicinale zuurstof met een zuurstofpercentage tot 100%.

Natte duikklok
De natte duikklok (wetbell) is een open duikklok, waarbij alleen de bovenzijde een luchtbel bevat. De duiker staat met borst en hoofd in de luchtbel. Via een opening kan hij de klok verlaten. De wetbell kan door middel van een hijsinstallatie worden neergelaten in het water en worden opgehaald. Via de hoofd umbilical wordt lucht aan de wetbell toegevoerd. Via deze umbilical lopen tevens de stroom, luchtdruk, communicatie, en andere voorzie­ningen. Daarnaast is de wetbell voorzien van een eigen reserve luchtvoorraad (cilinders). Duiken vanuit de wetbell geschiedt door een duiker, die met een umbilical aan de klok is verbonden. Door deze umbilical loopt de ademgasvoorziening en de communicatielijn. Een tweede duiker blijft stand-by in de duikklok.

Droge duikklok
De droge duikklok is een geheel gesloten duikklok. De klok wordt hoofdzakelijk ge­bruikt op grotere diepten en/of in combinatie met één of meer aankoppelbare decom­pressiekamers. Ook wordt de klok gebruikt voor het vervoer van duikers naar een habitat. Om op de werkplek in het water te komen verlaat de duiker de klok door het openen van een bodemluik. Doordat de druk in de klok gelijk is aan de omgevingsdruk loopt er geen water in de klok. Voordeel van de droge duikklok is dat de duiker onder de omgevingsdruk van de werkplek kan worden vervoerd en onder diezelfde druk kan overstappen naar de decompressiekamer. In de decompressieka­mer kan de duiker onder relatief comfortabele omstandigheden decomprimeren. Ook kan hij kan langere tijd op de omgevingsdruk van de werkplek blij­ven (saturatieduiken).

Saturatieduiken
Het saturatieduiken is een bijzondere vorm van decompressieduiken. In tegenstelling tot het oppervlakte decompressie duiken wordt de decompressie niet aan het einde van de duik volbracht maar pas na een langere periode (maximaal 28 dagen). Gedurende deze periode wordt de duiker in een compressiekamer “op druk” gehouden. Door de druk in de decompressie wordt voorkomen dat het in het lichaam opgeloste gas belletjes kan vormen. Na de periode van duiken vindt de decompressie, die lang kan duren, plaats. Meer informatie over saturatieduiken: http://en.wikipedia.org/wiki/Saturation_divin

Ademgas anders dan lucht
Vaak wordt gebruik gemaakt van lucht als het primaire ademgas. Bij het duiken naar grotere diepten levert het duiken met lucht echter problemen op. Door de toename in druk door de waterkolom neemt ook de partiële drukken in het ingeademde gas toe. Hierdoor kunnen o.a. zuurstofvergiftiging en stikstofnarcose ontstaan. Ook wordt op grotere diepten veel stikstof in het lichaam opgelost waardoor de kans op decompressieverschijnselen toeneemt. Door gebruik te maken van alternatieven voor lucht zoals nitrox, heliox en trimix kunnen deze effecten voorkomen of in ieder geval beperkt worden.

Met dank aan

Deze website is tot stand gekomen met foto-bijdragen van:
Smit Salvage BV, Noordhoek Diving BV, DUC Diving BV, Duikcombinatie Nederland, W. Smit Duik- en Bergingsbedrijf BV.